AAN HET WOORD
‘Zestien jaar geleden woonden wij op een klein appartementje. Als jong koppel – en ietwat naïeve jonkies – droomden wij van een herenhuis dat we naar onze hand konden zetten. Karolien is interieurarchitecte, en ook ik heb een passie voor architectuur en interieur. We woonden hier eerst anderhalf jaar zonder er iets aan te veranderen. Er was toen amper elektriciteit en ’s winters moesten we met een lamp op ons hoofd door het huis gaan. De kelder en keldervloer waren volledig open, net als het dak, waardoor er altijd wel een frisse wind door de gang blies. Het was overduidelijk dat we deze verbouwing grondig zouden moeten aanpakken. Met goede moed, een roze bril en een duidelijk doel voor ogen begonnen we aan de verbouwing van onze ruwe Antwerpse diamant. Een jaar trokken we uit het huis, om alles grondig te kunnen strippen en weer op te bouwen. Na dat jaar kwamen we hier weer wonen, samen met onze kersverse dochter. De grote werken waren gedaan, dus konden we rustig focussen op het afwerken van al de rest. Schilderen, originele deuren herstellen, plinten, terras ... De eerste drie jaar was het zwoegen en zweten, de laatste twaalf jaar konden we echt genieten. Nog steeds kijken we eerst even omhoog om de mooie gevel te bewonderen, voor we binnenstappen. En in huis worden we nog altijd blij van de hoge plafonds, mooie plankenvloeren en het contrast tussen hedendaags en historiek. Doordat de woning in de hoogte gebouwd is, is het voor ons en de kinderen makkelijk om een plekje te vinden waar je even je eigen ding kan doen. De leefruimte, met zijn gezellige haard, en de keuken lenen zich dan weer uitstekend om samen te zijn. De nieuwe eigenaars kunnen zich alvast voorbereiden op een warm welkom van de buren. Het is hier zonder overdrijven een klein dorp in de stad, we zullen hen missen!’