De kunstcollectie van Immodôme Objects wordt sinds kort bevolkt door enkele intrigerende meisjes – prachtige portretten van de hand van EVA, het multidisciplinaire concept van vader en dochter André en Elisa Verbruggen.
In de covidperiode bracht dit duo schilderkunst, sculptuur en muziek samen tot een emotioneel geladen visie op de mens in al zijn weemoed, eenzaamheid en kwetsbaarheid. Het resultaat: een unieke samenwerking en dito kunstwerken. Vivre dans la confusion, noemen ze het zelf – een treffende verwoording van hoe een verwarrende periode toch veel moois teweegbracht. Aan het woord: dochter Elisa, Liz voor de vrienden. Vol overgave vertelt ze over deze bijzondere collab.
Elisa: ‘Mijn vader is al heel zijn leven kunstenaar, schilder en voornamelijk beeldhouwer. Onder zijn schildersatelier heeft hij zijn beeldhouwatelier. Ik woon zelf boven mijn ouderlijke huis, en de ateliers zijn aan de overkant. Een samenwerking zat er dus allicht onvermijdelijk ooit aan te komen.’ (Lacht.)
‘Kunst was bij ons thuis altijd heel vanzelfsprekend aanwezig. Ik ben ermee opgegroeid, en papa beeldde mij als klein meisje ook vaak af. Je ziet me bijna letterlijk groot worden in zijn werken. Heel bijzonder.’ Inspirerend ook, al richt Elisa zich zelf eerder op muziek. ‘Ik speelde vijftien jaar klassieke viool. Later ging ik popmuziek zingen en maken. Muziek is nog steeds mijn grootste doel en droom en momenteel ben ik volop bezig met mijn plaat Popstar Zombie, die ik deze zomer zal lanceren onder de naam L.I.Z., dat spreek je uit als el-ai-zie.’
‘Toen de pandemie uitbrak, hadden papa en ik plots veel tijd en weinig omhanden. Alles viel stil. Ik ben toen meer teksten gaan schrijven. Daar koppelde ik dan beelden aan, de befaamde meisjes met dotjes. Voor mij zijn ze een soort van muze, al zit er ook best wel wat van mezelf in... Een versie van mezelf in muzevorm gegoten, dat is misschien nog de beste omschrijving. Er zit veel kleur, muziek en positiviteit in verweven, en ook wat verdriet. Op een dag zag papa mijn tekeningen en zei hij meteen: ‘Laat ons dat in het groot in olieverf op doek knallen.’ Hij had nog olieverf liggen en gelukkig duurt het eeuwen voor dat soort verf uitdroogt, dus ondanks de schaarste tijdens de covidperiode, konden wij meteen van start gaan.’
En dat mag je gerust een vliegende start noemen. Vader en dochter gingen wekenlang hartstochtelijk door met schilderen. ‘Toen we begonnen, zijn we inderdaad efkes niet meer gestopt,’ lacht Elisa. ‘Het was een vrij korte, intensieve, bijna explosieve samenwerking. Een heel spontane ingeving, waar ik trouwens wel van hou in het leven.’
‘We doken het atelier in, nagelden thuis doeken aan de muur en de rest is geschiedenis. Eerst zetten we de meisjesgezichten over van klein naar groot formaat en gaandeweg legde papa mij heel veel uit. Ik kan me geen betere leerschool indenken. Papa overtuigde me ook om mezelf over mijn angst heen te zetten. Een ontzettend boeiende uitdaging.’
‘We maakten alles ’s nachts. Papa werkt sowieso altijd wanneer de stad slaapt, maar toen moest ik dus ook ineens een nachtdier worden.’ (Lacht.) ‘Maar dat lag me wel. Je ervaart een soort van vrijheidsgevoel, alsof je tijdens die stille, nachtelijke uren veel meer kan doen en laten wat je wilt.’
Na de meisjesgezichten werden ook enkele oudere werken van André in een nieuw kleedje gestoken. ‘Schilderijen zoals De dichteres en Jef de schoenmaker zijn gebaseerd op houtskooltekeningen die papa veertig jaar geleden al maakte, toen ik nog niet eens geboren was. Alleen... Hij had ze nooit gefixeerd, dus ze vervaagden stilaan. Daarom stelde ik voor om ze opnieuw uit te brengen, in mijn visie, met veel kleur en olieverf. Het leuke is dat het allemaal portretten zijn van mensen die echt hebben bestaan, net als de Sara die vaak terugkeert als model. Zij poseerde in die tijd vaak voor papa.’
‘Werken met olieverf was niet altijd evident: het vereist een specifieke techniek, droogt traag... Ik was er nog nooit mee aan de slag gegaan, maar gelukkig kreeg ik tijdens onze samenwerking ontzettend veel tips en hulp van papa. Ik ben hem eeuwig dankbaar voor die leerschool.’
‘Na een zeventigtal schilderijen hadden we allebei het gevoel dat het klaar was en keerden we allebei terug naar wat er daarvoor was – papa naar zijn beelden, ik terug naar mijn muziek. Misschien hadden we even te intensief of te veel samengewerkt en moesten we alles even laten bezinken, maar nu begint het wel echt terug te sprankelen.’
‘Mensen vertellen me wel eens dat de intensiteit van de kleuren in combinatie met de blik van de meisjes een bepaald gevoel bij hen opwekt. Een soort van tristesse, omringd door een vrolijk kleurenpatroon – dat intrigeert, brengt mensen in de war en houdt hun aandacht vast. Dat vind ik wel mooie comlimenten, ja.’
Op de vraag of Elisa één favoriet werk heeft, twijfelt ze. ‘Eén werk uitkiezen? Dat is bijna onmogelijk! Elk werk heeft iets voor mij. Elke nacht waarin wij op avontuur trokken met elkaar was zo speciaal. Voor mij draait het om alle werken samen, en om de ervaring en emoties die ik op die weg met papa kon delen.’
Om af te sluiten: hoe was dat samenwerken nu eigenlijk écht? ‘Het heeft onze vader-dochterband zeker aangesterkt. Dat we soms kibbelden over kleuren – ik wil dat, nee, ik wil dat zo – maar uiteindelijk toch telkens eindigden met een goed gevoel, dat vind ik zo cool. Het was een ontzettend leuk en leerrijk proces waar we met een warm hart op terugkijken. Nu zijn onze ‘meisjes’ klaar om uit te vliegen, en ik hoop dat dat positieve gevoel resoneert en nazindert bij de mensen bij wie ze uiteindelijk terecht zullen komen.’
Ontdek de kuntwerken van EVA en van André Verbruggen via deze link op Objects: