Samen met haar man renoveerde ze een 17de-eeuws armenconvent in het begijnhof van Mechelen, dus Liesbeth is ervaringsdeskundige pur sang. Daar bovenop kent ze, dankzij een verleden als advocaat, in een notariaat en bij een projectontwikkelaar, de uitdagingen die dit soort restauraties met zich meebrengen, maar bovenal weet ze hoe veel voldoening het geeft om historische gebouwen een nieuw, hedendaags elan te bezorgen. 

‘We woonden eerst in een gerenoveerd huis op de Vesten in Mechelen,’ legt Liesbeth uit. ‘Later, toen we enkele jaren in Frankrijk gingen wonen voor het werk van mijn man en daarna terug naar België verhuisden, huurden we een huis in het begijnhof van Mechelen. Het was er zo zalig rustig en stil ... We werden instant verliefd op de buurt. Toen ons huidige huis openbaar verkocht werd, twijfelden we geen seconde. De staat van het 17de-eeuwse armenconvent was erbarmelijk, dus er waren geen andere kandidaten, gelukkig voor ons. Ik denk dat de omvang van het project en de renovatiewerken veel mensen afschrikte, maar dankzij mijn studies en job wist ik wel waar we aan begonnen – of toch ongeveer,’ lacht Liesbeth. 

‘Het armenconvent was zowel binnen als buiten volledig beschermd. Alles bevond zich nog in quasi authentieke toestand, want de Kerkfabriek, die het pand lange tijd verhuurde, had er niets aan veranderd en het stond al jaren leeg. Natuurlijk moesten we het een en ander door Monumentenzorg laten checken. Een historisch onderzoek én een materiaaltechnisch onderzoek waren vereist. Alleen zo konden we nagaan wat de volledige geschiedenis van het pand was, welke materialen er in de loop der jaren werden gebruikt ... Die onderzoeken namen een jaar in beslag. Achteraf bekeken hebben die resultaten ons enorm geholpen bij de restauratie. Je ontdekt wat waardevol is en je ziet letterlijk de sporen die door de eeuwen heen in het huis zijn getrokken. Vroeger werd er eerder voor gekozen om een huis in exact dezelfde staat van één bepaald tijdstip te herstellen. Nu opteert men er eerder voor om de verbouwingen die door de jaren heen gebeurd zijn, te tonen. Zo hebben we delen uit de 17de eeuw, maar bleven ook toevoegingen uit de 19de eeuw behouden. Heel boeiend, zo het levensverhaal van je huis te leren kennen.’ 

“De onderzoeken van Monumentenzorg namen een jaar in beslag. Achteraf bekeken hebben ze enorm geholpen bij de restauratie.”

‘Dat jaar vol onderzoeken gaf mij de kans om veel rond te wandelen in huis. Dat vind ik nog altijd de beste manier om na te denken over de invulling ervan. Je merkt hoe het licht binnenvalt, hoe bepaalde ruimtes aanvoelen of welke indeling handig is ... Neem nu onze tweede zithoek op de eerste verdieping. Door veel tijd te spenderen in het huis vóór we het verbouwden, ontdekte ik hoe prachtig het uitzicht daar is. Als de zon op de toren van de begijnhofkerk schijnt, of de verlichting gaat er ’s avonds aan, waan je jezelf zo in Italië ... Magnifiek! Zelfs onze kinderen merken op hoe uitzonderlijk mooi die plek is, en dat wil toch al wat zeggen,’ knipoogt Liesbeth. ‘Soms loont het dus om even te wachten en na te denken over hoe een gebouw het best tot zijn recht komt.’        

“Soms loont het om even te wachten en na te denken over hoe een gebouw het best tot zijn recht komt.”

‘Onze samenwerking met dmvA Architecten was een schot in de roos. Samen dachten we na over de beste manier om de grote culturele, historische en esthetische waarde van het huis terug in ere te herstellen. We kozen speciaal voor hen omdat zij geloven in architectuur met een toekomst die ten dienste staat van het heden. Ons ‘armenconvent’ was zeker geen rijkelijke woning, en die sobere lijn hebben zij perfect weten door te trekken. Voor mij is het superbelangrijk om rust te hebben na een drukke dag op het werk, en dat straalt deze plek absoluut uit.’

‘Ook de materialen trokken we zo veel mogelijk door. Neem nu de Boomse terracottategels: die werden vroeger op de houten plankenvloer om de brandveiligheid bij de open haarden te verhogen. Heel modern voor die tijd! Het was dan ook een vereiste van Monumentenzorg dat we die Boomse tegels terug zouden leggen. Dat deden we uiteraard, maar dan wel in combinatie met vloerverwarming. Zo verwerkten we hedendaags comfort in een eeuwenoud pand. De muren werden ook opnieuw gekalkt zoals vroeger. We werkten dus niet met (hoek)profielen om alles glad en strak te krijgen. Aan dat soort van cruciale keuzes hechtte dmvA Architecten minstens evenveel belang als wij.’          

“De brandveilige Boomse terracottategels waren heel modern voor de 17de eeuw.”

Een ander mooi voorbeeld van hoe het oude met het nieuwe werd verzoend, vind je op zolder, waar de kinderslaapkamers liggen. ‘Op die prachtige zolder van ruim honderd vierkante meter wilden we per se drie kinderslaapkamers en een badkamer, maar Monumentenzorg wilde dat de open ruimte met de authentieke spanten behouden bleef. We twijfelden even of we de tweede leefruimte met het fantastische uitzicht ervoor wilden opofferen, tot dmvA Architecten plots met een geweldig idee kwam. Ze tekenden boxen tussen de balken, met daartussen heel smalle, verticale spiegelpartijen, die de balken optisch laten doorlopen. 

De kamers hebben alle drie een guillotinedeur, geïnspireerd op de Japanse slaapboxen. Als je die allemaal openzet, wordt de ruimte weer één open plek. De bedden staan bovendien op wieltjes, dus de kinderen kunnen hun bed naar buiten rollen als hun vrienden blijven slapen. Vroeger stond hun speelgoed in de open ruimte. Nu ze wat groter zijn, is het de ideale tiener-hangout met een zetel en wat fitnesstoestellen. Zo bleek de zolder perfect transformeerbaar naar elke leeftijd.’        

“We wilden een leefruimte met fantastisch uitzicht opofferen voor kinderkamers, tot dmvA Architecten plots met een geweldig idee kwam.”

‘Ook andere moderne elementen in het huis sluiten perfect aan bij de oorspronkelijke features. De ruimte met het voormalige bakhuis en washuis achteraan, nu keuken en eetplaats, kreeg strakke ramen in staal – een mooie manier om het oude en het nieuwe met elkaar te verbinden. De gigantische schouw moest behouden blijven, terwijl we die ruimte eigenlijk wilden opentrekken. Weer kwamen onze architecten daar met een creatieve en originele oplossing: ze plaatsten er een keukenelement in verschillende niveaus, van het werkblad tot de zitbank in de ontbijthoek achter de schouw. Samen met de ingebouwde tafel zonder poten vormt dat allemaal samen één geheel in corian. En eerlijk? Eigenlijk is dat nog veel mooier dan wanneer we de schouw hadden afgebroken.’ 

‘Ik geef toe dat we af en toe gevloekt hebben op de vele regels en eisen van Monumentenzorg. Over alles moest nagedacht worden – zelfs de begijnhofdeuren van dit huis zijn beschermd! Tegelijk dwingt dat je wel om er veel inventiever mee om te springen. Met drie partijen rond de tafel moeten zitten – architect, Monumentenzorg en wij zelf – bleek achteraf een grote surplus te zijn. Ik zal niet zeggen dat het de rit makkelijker maakte, zeker niet, maar je leert wel dingen zien die je daarvoor misschien niet altijd naar waarde kon schatten. Nu vind ik het ontzettend fijn dat we het huis samen naar het next level hebben gebracht.’

“Met drie partijen rond de tafel moeten zitten – architect, Monumentenzorg en wij zelf – bleek achteraf een grote surplus te zijn.”

Niet enkel de architectuur, ook de aankleding van het interieur speelt een grote rol in Liesbeths leven. ‘Wat voor mij belangrijk is, dat een functioneel meubel ook esthetisch verantwoord is. Nooit zal ik een meubel kiezen dat ik niet mooi vind. Een stuk in ons huis waar ik nog elke dag dolgelukkig van word, is het prachtige bureau van Bram Boo, zoon van kunstenaar Bram Bogart. Van hem hangt hier ook een werk, groen met een rode kaart. Het heet ‘Carte de Bonheur’ en het heeft zijn naam niet gestolen, elke keer word ik er opnieuw goedgezind van. Jezelf omringen met mooie dingen maakt je gelukkig. 

Verder proberen we zo weinig mogelijk te kopen. Dat is niet enkel duurzamer, het houdt je huis ook sober. In mijn hoofd zitten al zo veel ideeën en plannen, dan heb ik graag dat mijn huis heel veel rust uitstraalt. Op het bureautje was ik op slag verliefd, en ik heb er met plezier voor gespaard.'        

“Jezelf omringen met mooie dingen maakt je gelukkig.”

‘Dit leerrijke parcours neem ik natuurlijk mee in mijn job als makelaar. Doordat je zelf zo’n intensieve verbouwing hebt meegemaakt, kan je echt uit ervaring spreken en voel je jezelf veel comfortabeler met alles dat te maken heeft met registratierechten, verplichtingen en het wettelijke kader. 

Bij Immodôme zijn we gespecialiseerd in karaktervolle panden, vaak met een grote historische waarde, dus we beseffen ten volle dat monumentenzorg een enorm belangrijke factor is. Persoonlijk vind ik zo’n verbouwing een bijzonder fijn een boeiend proces om mee te beleven. Verbouwen hoeft niet negatief te zijn. Integendeel, je bouwt iets op, wat eigenlijk een fantastische ervaring is. Zo kan het echt een project worden waar je juist veel energie van krijgt.’         

“Doordat je zelf zo’n intensieve verbouwing hebt meegemaakt, kan je echt uit ervaring spreken.”

‘Dankzij het totaalaspect dat onze eigen verbouwing mij geboden heeft – of het nu ging over ramen, juridische aspecten, geschiedkundige elementen, verbouwpremies of verminderd registratierecht – denk ik dat ik mezelf intussen wel een opgeleide ervaringsdeskundige mag noemen.

Aanvankelijk studeerde ik rechten om advocaat te worden. Toch koos ik voor de optie notariaat omwille van de vakken die ik zo boeiend vond, zoals vennootschapsrecht, vastgoedrecht en familiaal vermogensrecht. Het hielp dat ik een prof had die er heel inspirerend over al die zaken kon vertellen. Ik had altijd al een grote voorliefde voor vastgoed. Na mijn stage op het notariaat kon ik meedoen aan het notarisexamen, maar al snel werd duidelijk dat dat niet mijn ding was. Advocatuur was altijd mijn droom, vastgoedmakelaar worden ook.’         

‘Sinds enkele jaren volg ik nog een opleiding kunstgeschiedenis. Ook dat is één van mijn grote passies en ik moet toegeven, er is een wereld voor mij opengegaan. Het heeft mijn leven zo verrijkt, alsof ik er een extra dimensie bij kreeg. Eens je die verbanden leert leggen, kan je kunst veel beter begrijpen, maar ook moderne kunst, architectuur, politiek en zelfs oorlogen ... Het is allemaal erg nauw verweven met de kunstgeschiedenis, alleen begrijp je dat pas wanneer iemand je op die verbanden wijst.’

‘De vastgoeddroom bleef altijd sluimeren. Voor ik bij Immodôme terechtkwam, werkte ik al een hele tijd in het vastgoedrecht en stond ik in voor de juridische zaken bij een projectontwikkelaar. Pas toen ik Immodôme leerde kennen, besefte ik: dit is wat ik wil doen. Dus ben ik gesprongen, en daar heb ik nog geen seconde spijt van. Ik heb nu een echte topjob, in een zalig kantoor bovendien, met veel karakter, parketvloeren, kunstwerken aan de muur die regelmatig wisselen en zelfs een De Sede zetel rond de open haard ... Die plek is het hart van ons Mechelse kantoor, en dat behaaglijke woonkamergevoel zegt het voor mij eigenlijk helemaal. Nu, ik zou niet zomaar bij gelijk welk vastgoedkantoor willen werken. Het was Immodôme – of niets.’ 

‘Anders dan in de advocatuur, waar elke dag bestaat uit veel stress, geschillen en problemen, heb ik nu enorm gevarieerde en zelfs inspirerende werkdagen. Ik mag niet alleen heel boeiende huizen, maar ook hun interessante eigenaars ontmoeten. De geschiedenis achter een huis kan me diep raken. De mooiste verhalen kruisen mijn pad, zoals onlangs nog, toen ik bij de kleinzoon van Jos Chabot, een gekend Mechels architect, op de koffie ging. Hij vertelde me een heleboel verhalen van zijn familie. Toen hij er een fotoboek bijhaalde, waar zijn grootvader naast andere toparchitecten als Léon Stynen op de foto’s staat te pronken, dacht ik, waw ... Hoe fantastisch dat dit mijn job is!’ 

Wil je in de toekomst meer verhalen lezen en op de hoogte blijven van ons nieuws? Schrijf je dan in om het Immodôme Magazine per mail te ontvangen!

Stories